woensdag, april 30, 2008

PARLAN.DOC: Paul Bogaert (5)

Toren van de brandweer in Tubize



Paul Bogaert
@

Met de rubriek 'PARLAN.DOC' wil Parlando! één Vlaamse dichter(es) een maand lang speciale aandacht schenken. Elke week wordt minstens één bijdrage van hem/haar verwacht. Het PARLAN.DOC-archief is hiernaast na te gaan. Jan Lauwereyns gaf het estafette-stokje door aan Paul Bogaert. Dit is zijn laatste bijdrage.

Labels:

Agenda: 03/05/08

03/05/08 - ARDOOIE: Literaire Living met Peter Verhelst, Luuk Gruwez, Serge van Duijnhoven, Eva Cox, Joost Vanbrussel, Dichters Dansen Niet en Rik Dereeper - 20u - € 12/10 - vzw Cultuurkapel De Schaduw, Wezestraat 32 - info.

Labels:

Agenda: 02/05/08

02/05/08 - ERTVELDE: Thomas Rubico (alias Willy Genbrugge) vertrekt naar Rome - Assisi t.o.v. Poverello - klein poëzieprogramma + zegening van de fiets - 10u - gratis - Stoepekapel.

Labels:

Agenda: 01/05/08

01/05/08 - DAMME: presentatie nieuw stadsgedicht van Frederik Lucien De Laere - 11u - stadhuis - info.

Labels:

maandag, april 28, 2008

Agenda: 30/04/08

30/04/08 - ANTWERPEN: Woorddadige Woensdag - Een poëtisch – literaire midweekstoornis met Gerrit Komrij in de kijker & Christoffel Hendrickx, Jo Peeters en Marijke Van Heddeghem brengen telkens drie van hun gedichten met ironie als thema - Muzikale omlijsting: Vera’s big band - 20u30 - gratis - De Kleine Wereld, Vlasmarkt 25.

30/04/08 - BRUSSEL: Jonathan Coe - €5/4 - 20u - Passa Porta, Dansaertstraat 46 - info.

Labels:

zaterdag, april 26, 2008

PARLAN.DOC: Paul Bogaert (4)

Spanning (13 figuren)


"Taal onder spanning" is een vaak gebruikte en goede omschrijving van wat lezers ervaren bij een gedicht dat ze goed vinden. Maar wat is dat eigenlijk, die spanning?

In zijn korte essay Het Batmangevoel (1986) stelt Dirk van Bastelaere dat 'het net niet onthulde geheim' een belangrijke rol speelt in de esthetische ervaring. Hij illustreert dat aan de hand van een fragment uit een Batmanstrip.

                           "Eén episode uit de legende van Batman is […] exemplarisch: zij                            licht toe hoe m'n schoonheidsbeleving tot stand kwam. Het is het                             verhaal van 'De Hoedenman van Gotham', een gevaarlijke gek                             die hoeden verzamelt en Batmans masker aan z'n kollektie wil                             toevoegen.
                           Op een bepaald moment in het verhaal cirkelt een lasso naar                             beneden en voor Robin het kan verhinderen wordt Batman                             omhooggehesen. Boven op het dak speelt zich dan de scène af                             die jaren geleden m'n adem deed stokken; ik moet toen geweten                             hebben dat niets zo erotisch is als het geheim en niets zo                            geheimzinnig als suggestieve erotiek: Batman wordt een revolver                             in de nek gedrukt. Hij is geheel machteloos. Het lassotouw is                            strak aangesnoerd onder Batmans zwoegende borstspieren. […]                             Op hetzelfde plaatje nadert de Hoedenman, hij strekt begerig de                             handen uit. Ook hij is gemaskerd, een dun zwart boevenmasker,                             en om z'n nek is een fladderend sjaaltje het symbool van z'n lust.                             Hij zal

                           'Batmans masker afdoen… De ware identiteit van Batman zal                             geen geheim meer zijn…' Tot op heden is de esthetische ervaring                             voor mij niets anders dan dat Batmangevoel van toen: het                             komplex van lichamelijke en geestelijke sensaties die iemand                             ondergaat bij een naderende ontknoping. Het nog nauw                             verholen geheim. Men weet dat iets zich gaat vrijgeven en de                             aangehouden suspense die aan de ontmaskering voorafgaat is                            intrigerender dan de identiteit zelf."

Dat 'geheim' leek mij een goed vertrekpunt om na te denken over de spanning die ik ervaar in een gedicht dat ik goed vind.


Een geheim impliceert dat er

- minstens één iemand is die het geheim niet kent;

- en minstens één iemand is die het geheim wèl kent.

Die laatste kan dan weten dat er een geheim is en/of weten wat het geheim is. De bijna-ontmaskering van Batman is spannend omdat wij weten dàt er een geheim is en wij weten wàt het geheim is, terwijl Batmans vijand alleen weet dàt er een geheim is. Ik vond dit zelf nogal moeilijk, en heb daarom geprobeerd het te visualiseren.


Figuur 1: Het bolletje onder de lijn is de lezer/ kijker, de persoon die de spanning zal beleven. Boven de lijn komen elementen te staan die de lezer/kijker leest of ziet.


Figuur 2: In het Batmanfragment zie ik dus de Vijand, Batman en Robin.


Figuur 3: Batman en Robin delen een geheim. Ik ken ook de inhoud van dat geheim (wie Batman en Robin zijn). (zwarte bollen)


Figuur 4: Ik weet (volle lijn) wat Batman en Robin weten.


Figuur 5: Ik identificeer mij (grijs) met Batman en Robin.


Figuur 6: Ik weet dat de Vijand weet dàt er een geheim is, maar ook dat die Vijand het geheim niet kent (witte bol).


Figuur 7: Batman-spanning. Tussen de twee dingen die ik weet, ontstaat de spanning, in mijn hoofd. Als de Vijand het geheim ontsluiert, is de spanning weg.

Aan figuur 7 heb ik meer dan een week gewerkt.

Maar dat ontmoedigde mij niet. Ook al besefte ik dat deze eenvoudige spanningssituatie ver afstaat van de complexe spanningen in een gedicht dat men goed vindt, toch wilde ik daar naartoe. Daarvoor had ik een omweg nodig.

Het sprookje van Roodkapje is bijzonder spannend. De spanning is zo groot omdat we weten dat de Wolf een Boze Wolf is. Het eerste spannende moment is als Roodkapje kennis maakt met de Wolf. Het tweede spannende moment is als de Wolf bij Grootmoeder aanklopt:


Figuur 8: Wolf-spanning (a). Ik weet wat de Boze Wolf van plan is (zwarte bollen). Ik identificeer mij (grijs) met Grootmoeder, die het gevaar niet ziet. Als Grootmoeder het geheim te weten komt, is ze opgegeten en is de spanning weg.

Nog veel spannender is het als Roodkapje tegenover de vermomde Wolf staat:


Figuur 9: Wolf-spanning (b). Ik weet wat de Wolf van plan is. Ik zie de Wolf dus door de grootmoedervermomming (zwart in witte bol). Ik identificeer mij met Roodkapje. Roodkapje ziet zelf ook dat er iets niet normaal is. Ze ziet haar grootmoeder niet zoals ze haar grootmoeder kent, vandaar al haar pertinente vragen. Roodkapje vermoedt dat er iets is wat zij niet weet. Als Roodkapje het geheim te weten komt, is ze opgegeten en verdwijnen de spanningen.

Door de spanning bij Roodkapje te onderzoeken kwam ik in de figuur op de nuance van de stippellijn, die voor het vermoeden staat, het niet-zeker weten, de twijfel.

Die stippellijn komt ook van pas om bijvoorbeeld enkele van de spanningen te visualiseren in de bijzondere, krachtige act van Marija Šerifović en haar backing vocals (winnaars van het Eurovisiesongfestival 2007 met het lied 'Molitva').


Figuur 10: Molitva-spanning (a). Hier heeft het te maken met mijn vermoeden dat Marija lesbisch is. (Al weet ze het misschien zelf nog niet). Ik vermoed dat de backing vocals dat niet weten.


Figuur 11: Molitva-spanning (b). Hoe spanning ontstaat omdat de backing vocals méér lijken te weten, ze zijn iets van plan, maar ik weet niet wat.


Figuur 12: Molitva-spanning (c). Mijn vermoeden dat Marija én haar vriendinnen samen iets weten wat ik niet weet (ik voel mij buitengesloten, ook omdat ik de tekst niet versta).


De spanning die men ervaart bij het lezen van een gedicht dat men goed vindt, lijkt mij een mix van Batman-spanningen, Wolf-spanningen én veel Roodkapje- en Molitva-spanningen.

Ik denk daarbij dan aan spanningen:

- in de 'muziek' in het oor van de lezer (laag 1);

- in wat er staat (laag 2);

- en in wat er niet staat (laag 3);

- maar ook over spanningen tussen die drie lagen.

En dat allemaal tegelijk. Als ik dat allemaal samenvoeg, dan kan de spanning in een gedicht dat men goed vindt als volgt gevisualiseerd worden:


Figuur 13: Spanning in een gedicht dat men goed vindt. Ik weet een paar dingen. Ik vermoed van alles (vandaar die stippellijnen). Ik weet niet alles.

Die stippellijnen lijken mij belangrijk. Het vermoeden. De lezer van een gedicht zakt, al lezend, in een bad van weten, niet-weten en vermoeden. Als de verhouding tussen weten, vermoeden, niet-weten op maat van de lezer is, dan danst de taal en komt de lezer in de spannende toestand waarin dingen zich bijna vrijgeven. In en van die toestand kan de lezer genieten, of schrikken.



Over hoe taal "onder spanning" staat bij het lezen van gedicht dat men goed vindt (naast vermoeden spelen ook gelijktijdigheid en tegenstrijdigheid een rol) kunt u ook lezen in Verwondingen, een essay over fascinatie en poëzie. In dat essay onderzoek ik ook waarom 'Het Batmangevoel' en die act van Servië op het Eurovisiesongfestival 2007 mij zo aanspreken. Dat aan de hand van trefwoorden die ook gebruikt kunnen worden om de trefkracht van een gedicht dat u goed vindt, te verklaren.

Paul Bogaert
@

Met de rubriek 'PARLAN.DOC' wil Parlando! één Vlaamse dichter(es) een maand lang speciale aandacht schenken. Elke week wordt minstens één bijdrage van hem/haar verwacht. Het PARLAN.DOC-archief is hiernaast na te gaan. Jan Lauwereyns gaf het estafette-stokje door aan Paul Bogaert. Dit is zijn vierde bijdrage.

Labels:

Digther

Naar aanleiding van het verschijnen van het nieuwste nummer doet het literair tijdschrift Digther een klaar en duidelijke oproep om flarden proza of stukken verhaal (en/of omgekeerd) ter publicatie in te sturen. Doen!

Email/
Digther, Sint-Veerleplein 10, 8600 Diksmuide

Labels:

Agenda: 27/04/08

27/04/08 - ANTWERPEN: Stichting Zondag met Yuri Maanzand, Les Voix Perdues, Peter en Karo - 20u - gratis - Café De Rots, Melkmarkt.

27/04/08 - SCHIPDONKKANAAL: Damse Stadsdichter Frederik Lucien De Laere zorgt voor een poëtische stunt.

Labels:

woensdag, april 23, 2008

Agenda: 26/04/08

26/04/08 - ANTWERPEN: Frappant XL - finale feest met Maarten Inghels, Zeno Van Duppen, Floris Schillebeeckx, Reinout Verbeke, Sylvie Marie, Eva-Maria Van Acker, Raf Swiggers, Eisenik en Pieter Embrechts, Joke Van Leeuwen, Elvis Peeters, Christophe Vekeman, Stefaan Van Brabandt en Andy Fierens - 20u - gratis - Bibliotheek Permeke, De Coninkplein 26 - info.

26/04/08 - GENT: Zaoem - Festival voor Poëzie van Nu met Eduard Escoffet, Rozalie Hirs, Leevi Lehto, Ghalia Benali, Angela Rawlings en tentoonstelling visuele en multimediale poëzie - 20u - €10/8 / €14/12 - Minardschouwburg, Walpoortstraat 15 - info.

Labels:

dinsdag, april 22, 2008

Agenda: 25/04/08

25/04/08 - BRUSSEL: Christophe Vekeman en Mikko Rimminen - Ontsporingen - 20u - 5/4€ - Passa Porta, Dansaertstraat 46 - info.

25/04/08 - GENT: Zaoem – Festival voor Poëzie van Nu met Peter Verhelst, Tonnus Oosterhoff, Vrouwkje Tuinman, Mark Insingel, Stijn Vranken, een open podium en multimediale poëzie - 20u - € 10/8 / €14/12 - Poëziecentrum, Vrijdagmarkt 36 / KANTL, Koningstraat 18 - 20u00 - info.

25/04/08 - KASTERLEE: voorstelling project, de opening van de tentoonstelling en presentatie van het kunstboek Hout-Lover/Laub-Holz 5 artistieke duo’s: Colette Cleeren & Brigitte Hasler, Christophe Meul & Marleen de Creé, Gieri Schmed & Lothar Deplazes, Beatrijs van Craenenbroeck & Agnes Indermauer en Niki Faes & Tony Rombouts - 19u30 - gratis - Frans Masereeelcentrum, Zaardendijk 20.

Labels:

Agenda: 22/04/08

22/04/08 - BRUSSEL: Literair tijdschrift DWB werpt licht op de expo van Factory #3: kunstenaar Sylvie Macias Diaz en dichter Elma van Haren bundelen de visuele en literaire krachten in een confrontatie met het werk van Honoré d'O. Atte Jongstra en Jeroen Olyslaegers plaatsen vanuit de kruipruimte van de literatuur voetnoten bij het cross-overproject - 20u - gratis - Passa Porta, Dansaertstraat 46 - info.

Labels:

zondag, april 20, 2008

PARLAN.DOC: Paul Bogaert (3)

Je liegt en je filtert



Paul Bogaert
@

Met de rubriek 'PARLAN.DOC' wil Parlando! één Vlaamse dichter(es) een maand lang speciale aandacht schenken. Elke week wordt minstens één bijdrage van hem/haar verwacht. Het PARLAN.DOC-archief is hiernaast na te gaan. Jan Lauwereyns gaf het estafette-stokje door aan Paul Bogaert. Dit is zijn derde bijdrage.

Labels:

vrijdag, april 18, 2008

Agenda: 20/04/08

20/04/08 - BRUGGE: Joris Denoo & Peter Theunynck gastdichters van de muzes van het Lappersfortbos - 14u30 - Lappersfortbos.

20/04/08 - OOSTENDE: Peter Verhelst leest enkele fragmenten voor en laat een aantal kortfilms van Nicolas Provost zien - 17u - 1€ - Droge Coo = Koninklijke Gaanderijen / hoek standbeeld Leopold II en zeedijk (achterzijde zwembad) - info.

Labels:

woensdag, april 16, 2008

Agenda: 18/04/08

18/04/08 - BRUSSEL: Focus op Koerdische literatuur - 20u - 4/5€ - Passa Porta, Dansaertstraat 46 - info.

Labels:

dinsdag, april 15, 2008

Agenda: 17/04/08

17/04/08 - ANTWERPEN: Donderdagen van de poëzie met Adriaan de Roover - 12u30 tot 13u30 - gratis - AMVC, Minderbroedersstraat 22 info.

Labels:

zaterdag, april 12, 2008

PARLAN.DOC: Paul Bogaert (2)

Schimmel, literaire tijdschriften, de toekomst van de poëzie (allemaal comments).


Op de website van de tweemaandelijkse kunstkrant De Witte Raaf las ik een interessant artikel van Bart Verschaffel over het werk van beeldend kunstenaar Jan De Cock (Over de werkwijze van Jan De Cock). De kans is groot dat ik, vanaf nu, bij elke waarneming van Jan De Cock of zijn werk (dat werk waarvoor hij nu bekend staat) aan dat artikel denk.

Verschaffel maakt slim gebruik van twee talige trucs om zijn punt te maken.

In het begin van de tekst vergelijkt hij de intrede van De Cock in de kunstwereld, en meer specifiek ook elke intrede van de mannen van Atelier Jan De Cock op eender welke plek waar ze hun werk komen doen, met werklieden van de gas- of telefoonmaatschappij (en verder in de tekst met de zelfstandige verwarmingsinstallateur), die "tot lichte verbazing van de bewoners, onaangekondigd een appartement binnenkomen en de meubels beginnen te verschuiven, alsof alles aan hen toebehoort, enkel maar omdat ze daar iets te doen hebben." Op het einde van de tekst pakt Verschaffel uit met een bijzonder krachtige metafoor: de ingrepen van De Cock zijn schimmels, architectuurparasieten: "Van dichtbij vertonen ze een bizarre, abstracte, fascinerende eenvoud, ze suggereren regelmaat en doelgerichtheid, maar ze tonen een orde en een precisie die nergens toe dient en niets wil zeggen. En toch, het feit dat een schimmel ergens voorkomt en gedijt, verraadt de aard van het milieu. De kunst van De Cock werkt als een verklikker."

Ik heb nog nooit een werk van De Cock in het driedimensionale echt gezien, toch heb ik er via tv en tijdschriften een goed tweedimensionaal beeld van gekregen. Ik geef toe dat ik momenteel niet weet of ik die dingen nu goed of slecht vind. En ook Verschaffels tekst helpt mij niet om tot dat soort oordeel te komen. Verschaffels stuk versterkt "dat het iets heeft" én "dat het mij niets zegt". Misschien dat het ook sowieso beter is om zo'n persoonlijke waardebepaling aan afzonderlijke werken te koppelen, want al zijn ze gelijkaardig, ze zijn helemaal niet identiek. Zeggen dat, als je één ding van De Cock gezien hebt, alles gezien hebt, lijkt mij te grof. Verschaffel heeft het over De Cocks werk 'in het algemeen', over de werkwijze, niet over specifieke werken.

Verschaffel beschrijft haarscherp wat De Cock doet, met welk materiaal, op welke manier, met welk resultaat. Langs de andere kant maakt Verschaffel vooral duidelijk wat de bouwsels van De Cock volgens hem niet zijn: het is géén architectuur, het zijn géén objecten, en het is ook géén kunst. Het zijn bouwsels die lijken architectuur te worden (zolang er aan gewerkt wordt) maar die, zodra ze 'afgewerkt' zijn, willekeurige bouwsels blijken. Bouwsels die zich wel uitdrukkelijk verhouden tot de architectuur, maar die er zich niet als een 'tegenspeler' tot verhouden. Iets eerder in de tekst zegt Verschaffel dat het werk van De Cock geen 'ingreep' is, geen "commentaar levert op een situatie. Zijn werk heeft het statuut van een uitspraak die op zichzelf staat en aan een omgeving […] wordt toegevoegd […]."

Verschaffel herhaalt het een paar keer: De Cock geeft met zijn werken "geen antwoord" op de omgeving. Maar zijn dat de beste kunstwerken, kunstwerken die antwoorden geven? Het is een cliché, maar zijn het niet juist de kunstwerken die 'in vraag stellen' die ons fascineren? Of gaat het veeleer om de kwaliteit van de 'uiting', en heeft het geen belang of het een vraag of een antwoord is?

Verschaffel vindt dat het materiaal dat De Cock gebruikt, spaanderplaat, "van zijn mythische oorsprong en zijn verwijzingen is losgesneden." Geverniste platen van geperste houtschilfers en lijm brengen "geen zware betekenissen of bijbetekenissen mee." Toch eindigt Verschaffel zijn zorgvuldige en zelfs mooie beschrijving van de koude, steriele, industrieel vervaardigde, onnatuurlijke, neutrale Spaanderplaat net daarmee, met een ferme, frappante Betekenis, die ontstaat uit het materiële contrast tussen "het egale gladde vlak tegenover de zaagrand: daarbij staat het oppervlak dat gesloten, 'huid' en 'buiten' is, tegenover de smalle rand die het 'vlees' of de 'binnenkant' van het materiaal toont." (Waarbij ik mij nu afvraag: wat is het verschil tussen een zware en een lichte betekenis?)

Die schimmelmetafoor klopt ook niet helemaal. De Cocks werken, dat zegt Verschaffel zelf, zijn géén works in progress die, zoals schimmels, eindeloos doorgaan, ze worden net (met een onafgewerkte look) wel degelijk afgewerkt achtergelaten. (Het zijn dus veeleer bevroren schimmels.)

Het interessante aan metaforen en dit soort kunstkritiek is dat je wat er verteld wordt ook kunt lezen met een andere kunstvorm in het achterhoofd, neem nu de poëzie. Hebben we last van gelijkaardige 'nietszeggende', willekeurige schimmels? En moeten we ze bestuderen of negeren? En wat als er toch iets in die schimmels zichtbaar wordt, zoals bij die zonderlingen die in een vochtplek of een croque-monsieur het silhouet van Maria ontwaren?

Ik kwam maar heel toevallig bij dat artikel van Verschaffel terecht. Op de website van De Witte Raaf wordt de inhoud namelijk goed verstopt. Wat een verschil zou het zijn als ze daar hun navigatieknoppen én hun volledige trefwoordenindex meteen op de homepage zouden zetten in plaats van die vervelende, witte, gevoelige vlakte nu, die men met de cursor moet afdweilen op zoek naar aanklikbare onderdelen. Doe zelf de test: klik een willekeurige letter uit de trefwoordenindex aan (u moet daarvoor, via Archief, klikken op 'index' rechts van trefwoordveld 1, 2 of 3). De kans is groot dat u bij elke letter wel iets vindt dat u nieuwsgierig maakt, waarlangs u zich naar binnen klikt.

Langs de andere kant, leve de website van De Witte Raaf, en ook leve tijdschriftenwebsites (bijvoorbeeld van de De Brakke Hond en Rekto:Verso) die hun hele inhoud (vrij snel) online zetten. Het blijft me verbazen waarom andere gesubsidieerde culturele en literaire tijdschriften hun inhoud nog altijd niet meteen en volledig online (laten) plaatsen. En dan denk ik dus aan méér dan inhoudsoverzichten en aan méér dan één of enkele artikels uit het nummer. Dan denk ik aan de volledige bijdragen en niet aan fragmenten en beginnetjes die eindigen met: 'lees meer in het papieren nummer' (zelfs gedichten worden soms als met een cirkelzaag afgesneden). Angst om abonnees op de papieren versie te verliezen? Het abonneeaantal is naar het schijnt een van de subsidiëringscriteria. Maar de tijdschriften zullen toch, als ze het goed aanpakken en hun inhoud goed ingevoerd en aangeboden wordt, er veel lezers bij krijgen? Naast inhoudelijke kwaliteit (dat vooral toch), lijkt mij de kwaliteit van het online bewaren, structureren en toegankelijk presenteren van die inhoud tegenwoordig een valabel en beter extra subsidiëringscriterium te zijn dan het aantal abonnees of het aantal gedrukte exemplaren.

Wat ik mij ook afvraag: wat is eigenlijk de meerwaarde van al die aparte, vaak slecht 'ontsloten' en inhoudelijk magere tijdschriftenwebsites? De laatste jaren heb ik wel eens last van een visioen waarin die culturele en literaire tijdschriften samen en samen met nuttige instellingen en organisaties zoals CeLT vzw, de vereniging van de Culturele en Literaire Tijdschriften uit Vlaanderen, en de eventuele Nederlandse tegenhanger ervan, een grote dynamische, databasegestuurde website voeden. En dat eventueel geholpen door tijdschriftmensen die er nu al verstand van hebben en andere instanties die zich nu al professioneel met inventarisatie en 'verwerking' van die tijdschriften bezig houden, zoals bijvoorbeeld de Nederlandse Koninklijke Bibliotheek met de Bibliografie van de Literaire Tijdschriften in Vlaanderen en Nederland (BLTVN) of de Vlaamse Centrale Openbare Bibliotheken met de Open Vlaamse Centrale Catalogus (Open Vlacc) en bibliotheek.be. Zij ontsluiten (de meeste van) die tijdschriften, maar ze doen dat halvelings, dat wil zeggen: alle metagegevens over een tijdschrift, een tijdschriftnummer of -tekst worden systematisch in hun database ingevoerd, maar de teksten zelf, die niet, daarvoor moet je enkele decennia wachten, of naar de bibliotheek, of losse nummers bestellen. Misschien kan ook het Letterenhuis meedoen, want op die manier wordt het heden al behoorlijk, systematisch en relatief stabiel bewaard worden voor later. En kunnen we er tegelijk in het heden van profiteren. Maar zoals gezegd, zo'n samenwerking (en misschien zijn er nog wel meer onmisbare partners met veel expertise), zo'n slagkrachtverhoging en centralisatie van middelen, dat is natuurlijk een visioen.

Ik ben een paar dagen geleden gaan kijken op de chat van het Poëziecentrum waar Piet Joostens (van Het Beschrijf en redacteur van het tijdschrift Yang) en de dichter Dirk van Bastelaere (redactielid van het tijdschrift Nieuwzuid) het hadden over de toekomst van de poëzie. Als ik het ruw samenvat (uit het hoofd, wat ik mij herinner, want vandaag kan ik alleen nog maar de lollige afscheidswoorden in het chatvenster lezen) ligt de toekomst van de poëzie in onderzoek (een beetje dichter onderzoekt zijn genre), het over de taalgrenzen kijken (internationalere gerichtheid) en… een op te richten poëzie-kunstencentrum.

Ik weet niet wat de chatters zich daarbij allemaal concreet voorstelden, maar ik vermoed, of beter, ik hoop stellig dat ze een digitaal kunstencentrum bedoelen.

In dat geval, zouden de tijdschriften en hun redacties dat dan niet, in al hun verscheidenheid, gezamenlijk kunnen uitbaten?

Zou dat geen mooi begin zijn? Zou zo'n gezamenlijke database met een performante website als façade geen goede basis zijn? Waar elke tijdschriftredactie haar dingen invoert, waar elke lezer dan per tijdschrift terecht kan, maar er even goed dwars doorheen kan gaan (per auteur, per trefwoord, per maand, per tekstsoort… zoals je op bibliotheek.be rechts je eigen 'ingang' kunt kiezen, en je resultaten zelf kunt filteren, verfijnen en sorteren).

Alles wat de tijdschriften nu op papier doen, kan ook (en zelfs vaak beter) online, net vooral omdat het eigen is aan tijdschriften dat de bijdragen relatief kort zijn. Belangrijk: de tijdschriften moeten vooral hun inhoud bij elkaar blijven vergaren zoals ze dat nu doen (al mag het soms wat minder gemakzuchtig): met redactieleden die live vergaderen en nadenken, keuzes maken, nummers samenstellen, auteurs zoeken, selecteren, eindredigeren. Er zijn sites genoeg met agenda's en actueel nieuws en snellere meningen en ideetjes (zoals dit ideetje hier). Maar zo'n digitaal kunstencentrum, en laat ik het nu over de poëzievleugel daarvan hebben, kan dan natuurlijk ook ruimte (zalen of hokjes) bieden voor onderzoek. Dichters die zich al dan niet samen met anderen laten opsluiten. Hokjes met doorkijkjes. Hokjes die tegelijk het hokje van een andere tijdschrift zijn. Of bijvoorbeeld een hokje waarin zonder tijdsdruk poëzie vertaald wordt door dichters van bron- en doeltaal en vertalers, zoals dat ook tijdens workshops gebeurt op het Poetry International Festival.

De lezers die zweren bij papier, die niet kunnen lezen op een scherm, die kunnen dan printen wat ze willen (of zich abonneren of losse nummers kopen zolang dat nog kan). Maar ik zelf zou al die gesubsidieerde literaire tijdschriften, liefst gratis, maar als het moet tegen een billijk bedrag, graag online willen kunnen doorzoeken. En dan de stukken kunnen lezen die ik wil lezen. Ook jaren later. Het is dat ik hier enkele oude jaargangen van bepaalde tijdschriften op de kast heb liggen. En er komen er nog bij. Ik zou die weg willen eigenlijk. Vóór ze beginnen schimmelen.


Paul Bogaert
@

Met de rubriek 'PARLAN.DOC' wil Parlando! één Vlaamse dichter(es) een maand lang speciale aandacht schenken. Elke week wordt minstens één bijdrage van hem/haar verwacht. Het PARLAN.DOC-archief is hiernaast na te gaan. Jan Lauwereyns gaf het estafette-stokje door aan Paul Bogaert. Dit is zijn tweede bijdrage.

Labels:

woensdag, april 09, 2008

Agenda: 11/04/08

11/04/08 - BERCHEM: 'Nuff Said op til Stijn Vranken, Latif, Johan Petit aka Klein Jowanneke , Chris Van der Ende - 20u30 - 7€ - ccBe, Driekoningenstraat 126 - info.

Labels:

dinsdag, april 08, 2008

Agenda: 10/04/08

10/04/08 - ANTWERPEN: De Muzeval met Willem Persoon - daarna vrij poëzie-podium - 20u - gratis - literair-artistiek café Den Hopsack, Grote Pieter Potstraat 24 - info.

10/04/08 - GENT: De toekomst van de poëzie - opening tentoonstelling + debat Dirk van Bastelaere, Jelle Dierickx en Jos Joosten - 20u - gratis - PoëzieCentrum, Vrijdagmarkt 36 - info.

Labels:

maandag, april 07, 2008

Agenda: 09/04/08

09/04/08 - WWW: live chatsessie over de toekomst van de poëzie met Dirk van Bastelaere en Piet Joostens - 20u tot 21u - www.poeziecentrum.be.

09/04/08 t.e.m. 27/04/08 - ANTWERPEN: Tekeningen bij Cees Nooteboom van Jan Vanriet - bibliotheek Permeke, De Coninckplein 26 - info.

Labels:

Verzameld:

zaterdag, april 05, 2008

PARLAN.DOC: Paul Bogaert (1)

Naakter kan niet.
Dit is de blote constructie waar je van droomde.
En dan krijg je dat weer.
De blabla van de kwal in de pap op het kookpunt.
Het leedwezen. De loftrompet (prot).
Iets dat uit de luidsprekers lekt.

Concreter moet het niet worden.
Je blust de boel. Je blaast.
Laat het stijven. Het vel kan eraf.
Wat een geluk. Je schraapt het uit, ja, daar,
dat zijn de finesses.

Levenslang warmte uit andermans handen?
Daar gaat al de gruizige soep richting putje centraal.
Zou dat het venijn zijn?
Je vreest het affront als stront aan je voeten.
Ringen van wind om de enkels.


(ongepubliceerd)


Paul Bogaert
@

Met de rubriek 'PARLAN.DOC' wil Parlando! één Vlaamse dichter(es) een maand lang speciale aandacht schenken. Elke week wordt minstens één bijdrage van hem/haar verwacht. Het PARLAN.DOC-archief is hiernaast na te gaan. Jan Lauwereyns gaf het estafette-stokje door aan Paul Bogaert. Dit is zijn eerste bijdrage.

Labels:

Agenda: 08/04/08

08/04/08 - BERCHEM: Paul Verrept en Bart Meuleman - Dikke Vrienden lezen voor - 20u30 - Podiumcafé RoodWit, Generaal Drubbelstraat 42 - www.boog.be.

Labels:

Wedstrijdnieuws

* Ter gelegenheid van de vijfenzeventigste verjaardag van Streven organiseert de redactie een essaywedstrijd voor auteurs geboren na 1975.
Alle info hierover is hier terug te vinden.

* De tweejaarlijkse Jules Van Campenhoutprijs voor poëzie gaat dit jaar naar David Trochvoor zijn gedicht Doorgewinterd. Tweede werd Patrick Cornillie met Chambord, Loir-et-cher. De derde prijs was voor Erwin Evens met Perspectief.

* De Ward Ruyslinckprijs voor proza ging naar Wim Casier met Den tinnen soldaatje. Tweede was Max Dusseldorf met De geur van hennep. Derde werd Peter Lust met Geluksdag.

Labels:

PARLAN.DOC : Jan Lauwereyns

Jan Lauwereyns (1969) is wetenschapper, dichter en essayist. Hij woont in Nieuw-Zeeland waar hij als neuropsycholoog verbonden is aan de Victoria University te Wellington.

Hij debuteerde in 1999 met Nagelaten sonnetten, genomineerd voor de C. Buddingh’-prijs en in De Morgen uitgeroepen tot het beste en interessantste poëziedebuut van de afgelopen jaren.

Daarna volgden Blanke verzen, Buigzaamheden (bekroond met de Hugues C. Pernath-prijs), Tegenvoetig, tweebenig en in 2007 Anophelia! De mug leeft. Daarnaast schreef hij een roman, Monkey business. In 2005 verscheen zijn essay Splash. Lyrische suite over biologie, ritueel en poëzie (genomineerd voor de Vlaamse Cultuurprijs).


foto: Pieter Vandermeer
(voor Poetry International)


Een overzicht van alle bijdragen van Jan Lauwereyns:

* 03/03/08
* 10/03/08
* 17/03/08
* 25/03/08
* 31/03/08

Labels: