maandag, juli 30, 2007

VUURDOOP: Koenraad Goudeseune



Wie: Koenraad Goudeseune

Wanneer: een heel eind in de jaren tachtig

Waar: De Nacht van de Poëzie in Vredenbrug - Utrecht (NL)

Wat:

Over mijn eerste optreden kan ik kort zijn, het was in Utrecht, Vredenburg, de nacht van de poëzie. Dé nacht. Het jaar was een heel eind in de jaren tachtig.
Waaraan ik een uitnodiging voor die prestigieuze avond te danken had, is me nog altijd een raadsel. Van mijn hand waren nog maar een paar gedichten verschenen, in het Nieuw Wereld Tijdschrift (NWT), toen nog onder de bezielende leiding van Herman de Coninck. De man zou veel later op een stoep in Lissabon in de armen van een dichteres bezwijken, maar was toen, althans in Vlaanderen, de poëziepaus en al net zo dodelijk bescheiden en van een hoge leerstelligheid als Benedictus XVI. Ik had, dat spreekt vanzelf, grote eerbied voor hem, ik mocht Herman zeggen, maar deed dat node. Ter audiëntie in Vaticaanstad zegt niemand ‘Jozef’ tegen Ratzinger en ik vermoed dat men altijd een bejaarde paus kiest omdat ook diens moeder hem niet meer met zijn jongensnaam zou kunnen aanspreken, ook al wil ze hem alleen maar complimenteren met het werkelijk prachtige boek dat hij over Jezus van Nazareth heeft geschreven. 'Ik kan het mijn vriendin, die veel van Proust houdt, warm aanbevelen, een dikke proficiat, je mama.'
Ik was een prille twintiger en op de bewuste avond zo stoned als een zebra. Ja kijk, ik dacht, als die gedichten niet dan in een roes (hetzij van drank hetzij wiet hetzij van beiden) het hoofd komen binnengewaaid, dan moet ik ze ook in een roes zeggen. Het moest allemaal vreselijk echt zijn, vond ik, er zat tenslotte tweeduizend man naar me te luisteren.
Van de gedichten die ik daar heb gelezen, afgezien van een winnertje dat mijn debuutbundel haalde, herinner ik me geen klap. Iemand riep ‘Harder’!
J. Eijkelboom, de Dortrechtse dichter die net als ik in een kleine provinciestad woont, had de avond min of meer georganiseerd en toen ik van het podium kwam, o herinneringen zat, zag ik ontzetting, verdriet en een haast grootvaderlijke bezorgdheid in zijn ogen. Mij aan die leeftijd op zo’n podium zetten, in een stad waar je bij wijze van spreken wiet in de krantenwinkel kan kopen, was een vergissing, en nog geen kleintje ook, want nog altijd trekt het adeldom dat feestjes en salons organiseert en daarbij dichters nodig heeft er lering uit en nodigt me nimmer voor wat dan ook uit.

VUURDOOP verzamelt getuigenissen van dichters over hun eerste podiumervaring.

Labels: