maandag, maart 03, 2008

PARLAN.DOC (29)

Erik Spinoy (Aalst, 1960) studeerde Germaanse Taal- en Letterkunde aan de Universiteit van Leuven, waar hij in 1994 (op een proefschrift over Paul van Ostaijen) promoveerde. Momenteel werkt hij als docent moderne Nederlandse letterkunde aan de Universiteit van Luik, en woont hij – om het gemakkelijk te maken – in Kortrijk (Heule).

Spinoy publiceerde tot op heden de dichtbundels De jagers in de sneeuw (1986), Susette (1990, H.C. Pernathprijs), Fratsen (1993), De smaak ervan (1995), Boze wolven (2002), L (2004) en Ik en andere gedichten (2007). Zijn werk werd bekroond met verschillende prijzen.


In literatuurhistorische overzichten staat Spinoy, met onder meer Dirk van Bastelaere en Peter Verhelst, te boek als een vertegenwoordiger van de ‘eerste generatie postmodernen’ in de Vlaamse poëzie. Zijn vroege dichtwerk past inderdaad bij de poëtische ambiance die kenmerkend was voor de jongerenpoëzie van de jaren tachtig en het begin van de jaren negentig. Typerend daarvoor was onder meer een voorkeur voor de drie i’s: ironie, intellectualisme, intertekstualiteit. Sinds die tijd kwamen in Spinoy’s werk echter vooral de kenmerken naar voren die zijn werk onverwisselbaar het zijne maken: een grote taaldrift, een sterk beeldend vermogen, een scherpe kritische zin en een geëngageerde omgang met vragen over individu en samenleving.

Behalve gedichten schrijft Spinoy ook essays, onder meer over bewonderde voorbeelden als Van Ostaijen, Claus en Faverey.



(foto: copyright Cl. Vanneste )


Een overzicht van alle bijdragen van Erik Spinoy:

* Hommage à Bartosik
* This is madness: poëzie en kapitalisme
* Rilke en ik

Labels: