maandag, februari 23, 2009

VUURDOOP: Maarten Inghels


Wie: Maarten Inghels

Wanneer: 2005

Waar: Kunstbende, KC Nono - Mechelen

Wat:

Ik had een nonsenstekst geschreven, in de beste traditie van Van Ostaijen en Cees Buddingh. Ik wist niet wat ik ermee moest aanvangen. Het was onzin en rijmelarij, maar toen ik Charlien Adriaenssens aansprak om de tekst samen op een podium te brengen met de beat van een elecktrische gitaar werd het woordvuur en rock-'n-roll. Als ik het goed heb was dat in 2005, ergens in februari. Op een koude zondagochtend werden met sloten koffie de zenuwen aangespannen. Er werd niet gerepeteerd. 's Middags stonden we op het podium van Kc Nona in Mechelen, in het kader van Kunstbende, de wedstrijd voor jongeren en kunst. Bij aankomst in de zaal vroeg de technieker nog of we écht die negen microfoons op statief nodig hadden. 'Want jullie zijn toch maar met twee, heb ik de indruk,' zei ze. We zouden een ingewikkelde choreografie oefenen, hadden we bij het invullen van de technische fiche beraamd. 'Doe toch maar gewoon twee microfoons,' antwoordde ik; 'dat lijkt me wel volstaan.'

Chiel van Berkel, als presentator of buldertalent, vroeg in de coulissen nog wat we nu juist gingen doen, als 'txt-performance'. We wisten het zelf niet, zeiden we. Toen we na die drie minuten knetteren op een podium weer de backstage binnenstrompelden had hij een vreemde blik in zijn ogen. Een beetje glazig, maar ook argwanend. 'De gitaar staat àltijd vals,' verontschuldigde Charlien zich; 'daar kunnen we niets aan doen.' Die avond mochten we het podium in CC Mechelen op om de bloemen in ontvangst nemen, de jury met ondermeer Elvis Peeters, noemde onze act een 'vurig taalexperiment in de stijl van de dadaïsten'. We werden eerste en gingen door naar de finale waar we een niet onaardige tweede plaats haalden. We herhaalden ons succesnummertje plots op De Nachten en Weerwoord, en zo ontstond Collectief Wolf, een dadaïstische teksttheatercompagnie. Met nonsens en rock-'n-roll. Bovenstaande foto dateert van diezelfde periode, toen we allebei met een zware griep en onder invloed van een grote dosis hoestsiroop toch wilden doorgaan. We voelden ons rotslecht, trilden over het hele lijf, maar voelden ons achteraf wel steengoed.

Het heeft nog twee jaar geduurd eer ik met poëzie en teksten alleen op een podium ging staan. Dat begon iets doordachter, maar met niet minder zenuwen. Het is de heimwee naar de jankende gitaar, de schimmelende coulissen en het (vaak) onzichtbare publiek dat me blijft aansporen om met poëzie op te treden.

VUURDOOP verzamelt getuigenissen van dichters over hun eerste podiumervaring.

Labels: