maandag, augustus 20, 2007

Verslag: uitreiking eerste Nestor-prijs op 18/08/07

Academische zitting verliep in een stijlvol en wijs grijs

Uitreiking eerste Nestor-prijs


In de altijd weer imponerende Lakenhalle van Herentals werd in de late middag van 18 augustus jl. de allereerste Nestor-prijs uitgereikt, bij wijze van start en uitzondering aan drie laureaten tegelijk. De schrijvers Jan Veulemans (Turnhout - 1928) en Herman Vos (Meise - 1928) en de troubadour Miel Cools (Herk-de-Stad - 1935) werden geëerd voor hun gehele oeuvre en voor hun levenslange inzet voor de Vlaamse cultuur. De Nestor-prijs werd recentelijk in het leven geroepen door de stichters-redacteuren van het kleine, maar gereputeerde literaire tijdschrift Heibel dat sinds een tweetal jaar aan zijn tweede jeugd toe is. Mede omdat de Cultuurraad Herentals en de stad zelf hun schouders hebben gezet onder het initiatief, werd de installatie van deze nieuwe prijs in cultureel Vlaanderen financieel en organisatorisch een haalbare kaart. De onderliggende gedachte is dat de ‘Nestor’ een bijkomende glans kan verlenen aan de culturele uitstraling van Herentals en de Kempen. Het is de bedoeling dat de Nestor-prijs voortaan jaarlijks wordt toegekend aan een Vlaamse of een Vlaming uit de culturele wereld, wat overigens breed mag worden geïnterpreteerd, want naast schrijvers, schilders, beeldhouwers en zangers komen ook functionarissen, politici en nog anderen in aanmerking. Hoofdzaak is dat de gelauwerde kan bogen op een waardevolle staat van dienst, wat alleszins het geval is voor de bekroonde heren Veulemans, Vos en Cools.

Dat dit culturele initiatief aanslaat, werd meteen bewezen door het aantal aanwezigen in de volgelopen Lakenhalle. Het verloop van de academische zitting werd soepel en vlot gedirigeerd door Paul Snoeys, voorzitter van de Cultuurraad Herentals. Mevrouw Ingrid Ryken, schepen van cultuur, leidde in naam van het Herentalse stadsbestuur de plechtigheid in. Ze maakte van de gelegenheid gebruik om het beleid van de Dienst Cultuur van de stad te ontvouwen waarbij zij niet zonder trots en hoop de komende opening van het cultuurcentrum ’t Schaliken aankondigde als een scharniermoment in de sociaal-culturele geschiedenis van haar stad. Nadruk zal liggen op tentoonstellingen, muziek en … literatuur. Zodoende, zo lichtte zij toe, begroette zij de creatie van de prijs gaarne en enthousiast als nieuw en waardevol element in het te voeren beleid. Vervolgens kwam de immer gedreven Frans Depeuter aan het woord. Hij schetste in rake stijl en woorden de geschiedenis van het inmiddels herboren strijdvaardige tijdschrift Heibel waarover hij samen met Robin Hannelore (Gust Obbels) het toegewijde, dynamische vaderschap uitoefent. Depeuter beleed andermaal met gloed hun beider credo dat ook aan de basis ligt van de Nestor-prijs. Heibel is en blijft een a-politiek, ongebonden en een deugddoend, in vrijheidsprekend satirisch blad dat open en onderhuids durft in te beuken op de oppervlakkigheid en de zelfgenoegzaamheid in het Vlaanderen van de huidige culturele BV’s. Vanuit dezelfde waakzaamheid voor authenticiteit en kwaliteit van vorm en inhoud hebben de beide redacteuren altijd geventileerd dat de vele Vlaamse -en veelal oudere kunstenaars- die van zelfpromotie en podiumperformance nooit hun ding hebben gemaakt, veel veronachtzamend onrecht wordt aangedaan. De Nestor-prijs wil hierop een correctie zijn en de onbillijke stilte doorbreken over hen die niet tot de gevestigde, flitsende orde van taboe-doorbrekende kunstbroeders en –zusters behoren. Zij die zich afkeren van het dwaze adagio en de vederlichte betrachting ‘to be at the right moment, with the right persons in the right place’, zijn wellicht oud, maar zeer zeker nog niet ‘out’, aldus een volkomen op dreef zijnde Depeuter. De Nestor is bijaldien een ingreep die de sfeer van onderwaardering voor vele waardevolle, creatieve Vlamingen met achtingsvolle allure te lijf gaat.

Na dit bevlogen betoog had de zaal even wat tijd nodig om op adem te komen, maar dat kwam perfect en mooi in orde door de aangrijpende voordrachten van Assunta Geens die naast enkele intimistische gedichten van Jan Veulemans ook een fragment las uit De zonen van Pepe Gimenez, de allereerste en meest bekende novelle van Herman Vos. Waarna het tijd was voor de laudatio die werd gehouden door Cas Goossens, voormalig administrateur-directeur-generaal van de VRT. Goossens die vanuit zijn Kempense wortels de zin om te vertellen niet onder stoelen of banken kan steken, tekende kort maar gevat en met de hem eigen milde humor de tendensen die zich in de laatste decennia ontwikkelden op de mediamarkt. Waar eertijds het begrip volksverheffing gold als ideaal, is dit thans te mijden en geridiculiseerde begrip omgeturnd tot geconfirmeerd marktdenken dat is uitgemond in hersenloos volksamusement en op sensatie georiënteerd beeldmateriaal. De grote motor van dit alles is geldgewin. Het corrumpeert de gehele samenleving gaande van de sport naar de bedrijfswereld en de media tot en met het boekenwezen. Goossens betoogde te geloven in de weldaden van de vrije markteconomie, ook voor cultuurproducten, maar betreurde de heersende blindheid voor de excessen en de gebreken van het eenzijdige, op winstgerichte marktdenken dat alles in zijn moordende wurggreep heeft. Daarmee zat hij op dezelfde gedachtenlijn als Frans Depeuter en hij loofde uitdrukkelijk de drie laureaten die in hun oeuvre nooit hebben toegegeven aan de verlokking van geld en goedkoop succes, maar elk op hun eigen manier, onverstoorbaar zijn blijven doorwerken aan wat zij juist en waardevol achtten. Hij noemde de Nestor en de allereerste toekenning ervan aan deze drie dan ook volkomen terecht, een oververdiende rectificatie van een kromgetrokken, scheefgegroeide mentaliteit in onze Vlaamse letteren en op onze Vlaamse mediamarkt.

Van de drie laureaten is Miel Cools allicht de meest bekende. Gezondheidsproblemen en het gebrek aan oefening ten spijt, bleek hij niets van zijn podiumvastheid en –vaardigheid te hebben verloren. In een eerste chanson ging hij op zoek naar zichzelf en naar zijn drive als troubadour. Daarna bezong hij de zachte waarden die verscholen zitten in de bank onder de linde van zijn oom en maakte vervolgens de Grote Baas boven de wolken duidelijk hoe heerlijk het edele vocht dat wijn heet, wel is en solliciteerde meteen naar de post van Keldermeester van Daarboven. Of hoe Cools met een knipoog spreekt/zingt over de dood. Hij besloot met zijn evergreen Houden van, waar ook de Lakenhalle zeer duidelijk veel van hield, te zien en te horen aan de bijval die dit slotnummer kreeg van het publiek. De eigenlijke uitreiking had dan plaats in een vriendelijk academisch geroezemoes met bloemen erbovenop. De zichtbaar gelukkige laureaten kregen een oorkonde, gekalligrafeerd door Wieza Everix-Peeters en een originele ets van etser-schilder-beeldhouwer Achilles Cools. Hen wacht nog een keramisch beeldje dat als aandenken zal worden gecreëerd door keramiste Reinhilde Van Grieken. De stad Herentals bood ten slotte de aanwezigen een receptie aan. Toen de eerste genodigden omstreeks 18 uur de zaal verlieten, baadde het middeleeuwse gebouw ondanks de herfstachtigheid van deze augustusmaand toch in een mild zonnelicht. Beter gezegd, in een wijs zonnelicht als wilden de weergoden hun almachtige instemming betuigen met wat zich zojuist in de Herentalse Lakenhalle had voltrokken.


door: Staf Versweyveld

**************************************

lees hier een interview met Frans Depeuter over de Nestor-prijs

Labels: