dinsdag, mei 22, 2007

Literaire Living: sterke dichters, goede fauteuils

Literaire Living: sterke dichters, goede fauteuils


Ruth Lasters


Poëzie zal gezellig zijn of zal niet zijn, was het credo op de eerste editie van de Literaire Living, afgelopen zondag in Roeselare. Er traden niet alleen goeie dichters aan, de poëzieavond deed ook iets waar veel grote manifestaties in de Letteren aan voorbijgaan: de liefde voor gedichten overbrengen aan een gul opgedaagd publiek. IJsberend op het podium vertelde literatuurjournalist en anekdotejunk Johan Vandenbroucke inside story’s over gedichten van Hugo Claus, citeerde Jean-Pierre Rawie uit het hoofd (al ging dat bij het elfde vers even mis), was hij in de weer met krantenknipsels, poëzietijdschriften, en diepte, zichtbaar trots, een dichtbundeltje van twee vierkante centimeter boven. Hij praatte de drempel die dure poëziemanifestaties al eens durven op te bouwen tussen publiek en dichter gewoon plat. Als tegengewicht kondigde filosofe en De Brakke Hond-redacteur Ann Meskens strak en goed de dichters aan. En die waren in vorm.

Paul Rigolle, bekend van zijn sublieme poëzieblog Arcadim in Arcadië, las oerdegelijke gedichten en overtuigde vooral met ‘Ladderdrift’. Hoogmoed zit mij als gegoten. Past mij zoals/alleen een hoofd kan passen in mijn handen. Alleen jammer dat we niet getrakteerd werden op een van zijn prachtige wielergedichten.

Ruth Lasters, vorig jaar debuterend met de roman Poolijs maar binnenkort verschijnt ook haar eerste poëziebundel, wisselde liefdevolle liefdesgedichten af met minder liefdevolle. Behoorlijk hermetisch op het eerste gehoor, en dus minder geschikt voor een publiek dat alleen akoestisch de poëzie over zich heen krijgt, maar op papier komen ze straks wellicht beter tot hun recht.

Beroepstroubadour Peter Holvoet-Hanssen heeft geen papier nodig: belletjes, flikkerende nepogen en een melodica volstaan om de toeschouwers mee te slepen in de eclectische wereld van Spinalonga, het Kretenzische melaatseneilandje. Fascinerend.


Peter Holvoet-Hanssen


Als ‘revelatie’ van de avond werd Rino Feys aangekondigd, voormalig cafébaas uit Roeselare die naar verluidt het truweel even goed hanteert als de ganzenveer. Op 18-jarige leeftijd stond hij met een gedicht in DWB, maar maakte nu pas – twintig jaar later – zijn podiumdebuut. Zijn verraderlijk eenvoudige poëzie verdient meer publiek.

Reinout Verbeke pendelt volgens Meskens’ intro tussen wetenschap (hij is redacteur van Eos-magazine), poëzie (onder meer in de bloemlezing Op het oog. 21 dichters voor de 21ste eeuw) en poetrypop. Na het impressionistische ‘Mazen’ (een nachtvisser wil maan) en nieuwe gedichten over nanomeisjes slaagde hij nog meest erin het publiek te boeien met een van zijn sterkste gedichten, ‘De val van ikaros’. Op muziek van de poprockband Sidemove en door de expressieve letterprojectie op het scherm kwam het gedicht echt tot leven. ikaros is een kunstspringer/ zijn val/ een salto/ (met/ dubbele/ schroef).

Bernard Dewulf mocht de avond afsluiten, die gekleurd werd door Mira met haar charmante en wereldlijke kleinkunstpop (maar wie bezorgt deze zangeres betere songteksten die ook in een poëzieprogramma passen?). De spaarzaam poëzie publicerende Dewulf begon weinig terzake en nogal ergerlijk met dubbelzinnige en pikante columns uit Loerhoek. De gedichten uit zijn recentste bundel Blauwziek bekoorden wél en maakten zijn foute start goed. ‘Insomnia 1’ bijvoorbeeld: Hoe zou het, magdalena, met ons zijn./ Nooit weet iemand hoe het met ons is./Wees gegroet, nooit slapen wij gelijk./ Nooit zullen wij onze mantels verlaten./ Laten wij dus slapen, dan maar ongelijk,/ alsof er iets is dat ons mist.


De Literaire Living in de gezellige theaterzaal De Kleine Stooringhe had goede fauteuils – volgens de organisator recent aangekocht uit een overstock van de opera van Amsterdam – en vooral goede dichters. Hopelijk groeit dit initiatief van De Schaduw uit tot een jaarlijkse liefdesverklaring aan de poëzie.


door: Joost Vanbrussel

Labels: