PARLAN.DOC: Diana Freys (4)
WESTHOEK
Wie raapt hier de nagelaten woorden op
het sprakeloze wit
van zoveel duizend graven
zie, kou groeit als gestolde tederheid
op de zere huid van het landschap
heeft aarde een geheugen
en wie vindt hier dan ooit
zijn eigen handen weer
wie het weerloos hart
ogen waarin de woorden
naar de lippen groeien, voeten
vastgelopen in de waanzin-klei
en altijd altijd weer klapwiekend
papavers als vlinders op steeltjes
de koperen nachtegaal, klokslag acht
de dood die als modder zuigt
aan onze trage stappen
*
ONDER DE HONINGMAAN
Kon ik schrijven met oorspronkelijk
licht, nu de tijd krimpt als ijs.
Dan de dingen uit het vergeten
terughalen onder de honingmaan.
Vergeefs roepend bij de jacobsladder
trek ik de seizoenloze ruimte
over onze hoofden. Alles valt.
Traag en niet wetend vallen wij.
Vleugellam als sneeuw.
Vogels vallen uit hun vlucht in
het duister dat uit de aarde roept.
Niets keert terug uit de diepte
tussen verlangen en gemis.
*
OGENBLIK
September Scandinavisch
met vingertoppen bladgoud
schrijft mij uit het interieur
van het gedicht
naar de uiterwaarden van de tijd
waar eeuwig hoorbaar wordt
in vloeibare vleugels.
In het transparante
dat op adem lijkt,
het zachte van slapen.
In spreken mondjesmaat gemeten,
het ritselen van ruimte, het fluisteren.
Woorden met dimensie van water,
aan weemoed afgemeerde taal.
En wij, latitudes van herinnering.
Gemis kleeft aan de huid
als een vergeten gebaar,
herbergzaam
als ieder vers
als ieder ogenblik
waarin wij achterbleven.
Diana Freys
@
Met de rubriek 'PARLAN.DOC' wil Parlando! één Vlaamse dichter(es) een maand lang speciale aandacht schenken. Elke week wordt minstens één bijdrage van hem/haar verwacht. Het PARLAN.DOC-archief is hiernaast na te gaan. Hugo Verstraeten gaf het estafette-stokje door aan Diana Freys. Dit is haar vierde bijdrage.
Wie raapt hier de nagelaten woorden op
het sprakeloze wit
van zoveel duizend graven
zie, kou groeit als gestolde tederheid
op de zere huid van het landschap
heeft aarde een geheugen
en wie vindt hier dan ooit
zijn eigen handen weer
wie het weerloos hart
ogen waarin de woorden
naar de lippen groeien, voeten
vastgelopen in de waanzin-klei
en altijd altijd weer klapwiekend
papavers als vlinders op steeltjes
de koperen nachtegaal, klokslag acht
de dood die als modder zuigt
aan onze trage stappen
*
ONDER DE HONINGMAAN
Kon ik schrijven met oorspronkelijk
licht, nu de tijd krimpt als ijs.
Dan de dingen uit het vergeten
terughalen onder de honingmaan.
Vergeefs roepend bij de jacobsladder
trek ik de seizoenloze ruimte
over onze hoofden. Alles valt.
Traag en niet wetend vallen wij.
Vleugellam als sneeuw.
Vogels vallen uit hun vlucht in
het duister dat uit de aarde roept.
Niets keert terug uit de diepte
tussen verlangen en gemis.
*
OGENBLIK
September Scandinavisch
met vingertoppen bladgoud
schrijft mij uit het interieur
van het gedicht
naar de uiterwaarden van de tijd
waar eeuwig hoorbaar wordt
in vloeibare vleugels.
In het transparante
dat op adem lijkt,
het zachte van slapen.
In spreken mondjesmaat gemeten,
het ritselen van ruimte, het fluisteren.
Woorden met dimensie van water,
aan weemoed afgemeerde taal.
En wij, latitudes van herinnering.
Gemis kleeft aan de huid
als een vergeten gebaar,
herbergzaam
als ieder vers
als ieder ogenblik
waarin wij achterbleven.
Diana Freys
@
Met de rubriek 'PARLAN.DOC' wil Parlando! één Vlaamse dichter(es) een maand lang speciale aandacht schenken. Elke week wordt minstens één bijdrage van hem/haar verwacht. Het PARLAN.DOC-archief is hiernaast na te gaan. Hugo Verstraeten gaf het estafette-stokje door aan Diana Freys. Dit is haar vierde bijdrage.
Labels: Parlan.doc
<< Home