PARLAN.DOC: Diana Freys (3)
WATERMERK
"Weer boog Hij zich voorover en
schreef op de grond"( Joh. 8,8)
Toen de man in het zand schreef,
schreef hij het verleden weg
en in zijn gebaar verzamelde hij
het spreken en lijden, het zachte zwijgen:
dimensie van tederheid
Je zag het aan de glooiing van zijn rug
een vreemd verdriet lag in de schaduw
van zijn schouders hoewel het licht
als water, als een glimlach
uit zijn handen liep
Het was toen dat zijn adem
als een leeuwerik op de wind klom,
het zand zijn woorden vol schroom
verstrooide, als stuifmeel
Het werd avond en toen de ochtend kwam
lag zijn signatuur als een watermerk
in het wezen van alle dingen,
die trillen in herinnering
*
AGAPÉ
"Draag mij als een zegel op je hart..."
( HOOGLIED : 8,6)
Die mij overkomt. Als een transparante
schroeiplek. Gevleugelde, adem mij toe
uit herinnering:sneeuw van brood.
Als sterrenregen, als vuur op mijn lippen:
bloeddruppels taal, geliefde. Proef de maanzieke
eenzaamheid, de koorts in mijn mond.
Verstekeling in mij, voortvluchtige,
lees het wrakhout van mijn zwijgen
maal zeven. De doodsangst van zachte woorden
die achterbleven op mijn huid. Grondnevel
op de bladspiegel van elk gedicht
in zand geschreven. Gewist.
Die zijn voorhoofd vol bramen als
een lam in het stro van mijn droefheid legt.
Echo van hartslag bezegelt de tedere wanhoop
van wie liefheeft. Een besmetting van licht.
Wijds. Fragiel. Als de spanwijdte van
bijbelse regenbogen.
Gevleugelde, voortvluchtige, die mij
openbreekt als brood. Omarm, adem mijn naam
nu ik weer in mezelf val naar waar
mijn ogen zijn. En in het zachtste van uw
handen de hartstocht lees van bramen, hun
spijkertaal. Een schroeiplek eeuwigheid.
*
LAUDEN IN MAART
(Vlierbeek)
Duifgrijs verdampt de nacht.
In nog gevouwen vleugels,
de dichte pennen van het licht.
Spreek nu de tekens zalvend
toe tot ook het woord ontwaakt.
Het geheugen zich vertakt
in lauden: psalmen als bindmiddel
van tijd en weerloosheid.
De zon ontkiemt uit het afgescheurde
kalenderblad. Reikt met dunne
vingers klaarte naar de blinde ogen
van de ramen.
Tot onze adem buiten beeld drijft
als smeltend maanlicht.
Diana Freys
@
Met de rubriek 'PARLAN.DOC' wil Parlando! één Vlaamse dichter(es) een maand lang speciale aandacht schenken. Elke week wordt minstens één bijdrage van hem/haar verwacht. Het PARLAN.DOC-archief is hiernaast na te gaan. Hugo Verstraeten gaf het estafette-stokje door aan Diana Freys. Dit is haar derde bijdrage.
schreef op de grond"( Joh. 8,8)
Toen de man in het zand schreef,
schreef hij het verleden weg
en in zijn gebaar verzamelde hij
het spreken en lijden, het zachte zwijgen:
dimensie van tederheid
Je zag het aan de glooiing van zijn rug
een vreemd verdriet lag in de schaduw
van zijn schouders hoewel het licht
als water, als een glimlach
uit zijn handen liep
Het was toen dat zijn adem
als een leeuwerik op de wind klom,
het zand zijn woorden vol schroom
verstrooide, als stuifmeel
Het werd avond en toen de ochtend kwam
lag zijn signatuur als een watermerk
in het wezen van alle dingen,
die trillen in herinnering
*
AGAPÉ
( HOOGLIED : 8,6)
Die mij overkomt. Als een transparante
schroeiplek. Gevleugelde, adem mij toe
uit herinnering:sneeuw van brood.
Als sterrenregen, als vuur op mijn lippen:
bloeddruppels taal, geliefde. Proef de maanzieke
eenzaamheid, de koorts in mijn mond.
Verstekeling in mij, voortvluchtige,
lees het wrakhout van mijn zwijgen
maal zeven. De doodsangst van zachte woorden
die achterbleven op mijn huid. Grondnevel
op de bladspiegel van elk gedicht
in zand geschreven. Gewist.
Die zijn voorhoofd vol bramen als
een lam in het stro van mijn droefheid legt.
Echo van hartslag bezegelt de tedere wanhoop
van wie liefheeft. Een besmetting van licht.
Wijds. Fragiel. Als de spanwijdte van
bijbelse regenbogen.
Gevleugelde, voortvluchtige, die mij
openbreekt als brood. Omarm, adem mijn naam
nu ik weer in mezelf val naar waar
mijn ogen zijn. En in het zachtste van uw
handen de hartstocht lees van bramen, hun
spijkertaal. Een schroeiplek eeuwigheid.
*
LAUDEN IN MAART
Duifgrijs verdampt de nacht.
In nog gevouwen vleugels,
de dichte pennen van het licht.
Spreek nu de tekens zalvend
toe tot ook het woord ontwaakt.
Het geheugen zich vertakt
in lauden: psalmen als bindmiddel
van tijd en weerloosheid.
De zon ontkiemt uit het afgescheurde
kalenderblad. Reikt met dunne
vingers klaarte naar de blinde ogen
van de ramen.
Tot onze adem buiten beeld drijft
als smeltend maanlicht.
Diana Freys
@
Met de rubriek 'PARLAN.DOC' wil Parlando! één Vlaamse dichter(es) een maand lang speciale aandacht schenken. Elke week wordt minstens één bijdrage van hem/haar verwacht. Het PARLAN.DOC-archief is hiernaast na te gaan. Hugo Verstraeten gaf het estafette-stokje door aan Diana Freys. Dit is haar derde bijdrage.
Labels: Parlan.doc
<< Home