maandag, december 10, 2007

PARLAN.DOC (27)

David van Reybrouck en Darwin (2)

Zes jaar geleden verscheen het boek De plaag (Amsterdam : Meulenhoff, 2001) met als mooie en mysterieuze ondertitel : ‘Het stille knagen van schrijvers, termieten en Zuid-Afrika’ van deze archeoloog, dichter en auteur David van Reybrouck die in Brussel woont en werkt, maar in Brugge werd geboren. De lectuur van dit verrassende (De grote Maeterlinck zou de Zuid-Afrikaanse schrijver Eugène Marais hebben geplagieerd!) non-fictieboek was voor mij dan ook een soms zeer intrigerend en meeslepend lectuuravontuur. Bijna zoals een spannend jongensboek. Of een boek à la Frank Westerman En ik denk dan aan het prachtige Een graanrepubliek of Ingenieurs van de ziel en recentelijk nog aan zijn boek over de berg Ararat op de grens van Turkije en Armenië. Een amalgaam van persoonlijke anekdotes, opzoekingen, feitelijke gegevens en al dan niet verzonnen avonturen gelardeerd met beschouwingen en historisch onderzoek.

In elk geval was De plaag een zeer markant debuut dat zich dan nog grotendeels afspeelt in het land van Antjie Krog en Wilma Stockenström (twee van mijn geliefde Zuid-Afrikaanse in het zo smeuïge Afrikaans dichtende dichteressen).

Komende vrijdag, 14 december, ga ik dan ook benieuwd luisteren naar zijn theatertekst en monoloog ‘Missie’ in de Koninklijke Vlaamse Schouwburg te Brussel. Want deze man schreef niet alleen ook nog een roman en gedichten, maar bovendien ook nog teksten voor het theater. We zullen zien of hij mij, zoals met De plaag, opnieuw een hele winteravond lang aan het lijntje kan houden?

In elk geval verscheen in het weekblad Knack van 28 nov. jl een interview met deze wetenschapper en schrijver waarin hij zich bekent tot het darwinisme of de leer van de Engelse natuurkundige Charles Darwin ( 1809-1882).

En geloof mij, of geloof mij niet : het toeval wil nu dat ik een tweetal jaar geleden een boek las van Dr. Jan de Laender dat getiteld is : Het verdriet van Darwin (Leuven : Acco, 2004, tweede druk) met als ondertitel ‘Over de pijn en de troost van het rationalisme’ dat mij nog altijd intrigeert en fascineert. En wel zo erg of zo hevig dat ik mij na het lezen en herlezen van dit meesterlijke boek haast gedwongen voelde om een portret van deze tragische, grotendeels verkeerd begrepen of gewoon onbegrepen, geniale vorser en wereldreiziger te maken. En ik eindig mijn tweede dagboeknotitie van mijn virtueel logboek voor Parlando dan ook graag opnieuw met het citeren van dit korte maar brede gedicht dat slechts acht (acht is kracht) versregels telt, maar misschien de neerslag vormt van mijn kennismaking met deze enigmatische, hard werkende en simpel levende figuur van deze Darwin :


Een Engelse natuurkundige in zijn landhuis ‘Down House’

‘Vrijwel niemand kon in de activiteiten van deze
simpele dieren een waardig onderwerp zien voor
een grote denker.’
- Dr. Jan de Laender, Het verdriet van Darwin

Hij weet wat de aardworm eet, hoe deze wroet en wriemelt als een diepe
graver die ondergrondse gangen graaft voor de plantwortels en archeologen.

Honderden witroze aardwormen houdt hij in Victoriaanse glazen bokalen
gevangen en bestudeert de aard en het bestaan van deze wonderlijke wezens.

Zijn aandacht voor de natuur zij wetenschappelijk, veel dieper gaat zijn afkeer
voor de onwaarheid, de onwetendheid, het dogmatische en het uiterlijk vertoon.

Hij heeft geen doctoraat en ook geen andere academische graad, maar een
open geest en draagt een zwarte deukhoed en een lange witgrijze wijsheidsbaard.


Maandag, 10 december 2007
Hendrik Carette
@

Met de rubriek 'PARLAN.DOC' wil Parlando! één Vlaamse dichter(es) een maand lang speciale aandacht schenken. Elke week wordt minstens één bijdrage van hem/haar verwacht. Het PARLAN.DOC-archief is hiernaast na te gaan. Hedwig Speliers gaf het estafette-stokje door aan Hendrik Carette. Dit is zijn tweede bijdrage.

Labels: