zondag, oktober 22, 2006

PARLAN.DOC (15)

2. Alle steden vrezen


‘Wie de ziel in wil moet door de angst heen,
dat betekent door het niets.’
Ik laat me leiden door mijn ezels Stof en As,
als ik op de lichtste dag van het jaar besluit
het geraas te verlaten.

Ik lever me over aan het geluk brengende hoefijzer,
de wijsheid en de koppigheid van het muildier,
de losse draf over het gespleten beton van grenswegen,
de reukzin die giffen kan onderscheiden.
Uit een dichtbevolkt gebied worden wij verdreven.
Niemand verdrijft ons, wij verdrijven onszelf.

Ik leer nieuwe talen:
de taal van leiendaken, spiegelmeren, leem en schapenkaas,
de taal van de kerfstok, de wodkaglazen, de zigeunerhutten,
de dode taal van voorgangers die bij stormweer aan mijn mouw trekken,
en de regelloze taal om in te zwijgen.

Ik wil brandewijn zien slapen in Karpatische vaten,
de houtskoolovens wil ik zien, het brandend land van Kaliningrad,
het gebroken geraamte van Oost-Pruisische schuren in vakwerk,
gezichten in rietkragen, tussen verroeste klimrekken, achter puien, zoals
Don Mariusz Jr. i, de smokkelaar in de Bieszczady bergen, in zijn pelsen jas,
of de schone Adriana met de zelfgeweven hoofddoek van Moldavisch katoen.

"Dit is het tweede gedicht uit een cyclus van 8 gedichten. Ik heb deze gedichten geschreven na een intensieve zwerftocht door Polen, Oekraine en Rusland. Ik wil ze nu graag opdragen aan de nagedachtenis van Anna Politkovskaja, de Russische journaliste die enkele weken geleden in Moskou is vermoord omdat ze het regime te veel bekritiseerde. Ik ben een boek over Rusland aan het schrijven(verschijnt begin 2008) en ik had haar heel graag ontmoet. Helaas kan dit nu niet meer. Daarom deze gedichten."


Johan de Boose
@

Met de rubriek 'PARLAN.DOC' wil Parlando! één Vlaamse dichter een maand lang speciale aandacht schenken. Elke week wordt minstens één bijdrage van hem verwacht.
Het PARLAN.DOC-archief is hiernaast na te gaan. De vorige gast Serge van Duijnhoven gaf de fakkel door aan Johan de Boose. Dit is zijn eerste week.