vrijdag, oktober 20, 2006

PARLAN.DOC (15)

1. Rapport van een catastrofe

Ik houd de teugels en rijd met de kar, met twee ezels,
door de stad die Witte Heuvel heet
naar het dorp dat Wit Dorp heet, vlakbij het Witte Bos.
Waar ik ook kom, altijd kijk ik in de richting van het bos
en ruik alle seizoenen, sappige, stoffige, wulpse, stille,

hoor de heremietlijster met zijn waterdruplied,
herinner me huizen en graven waar nu weiden zijn,
voel onder mijn blote voeten de wakke bosgrond
vermengd met naalden,
proef de paddestoelen, zwavelkop vooral, eind april
na de eerste warmtegolf en voor de laatste vorst.

Waar ik aankom, in de late middag, hoop ik op een tafel
met reuzel en jagersharing, een honingraat in een mok van klei,
broodwodka uit een blikken pot,
geserveerd in een wolk van vrouwelijke geuren.

De bewoners van dit land arriveerden te laat
op de afspraak met God, toen hij de aarde verdeelde.
‘Maar omdat ik jullie niet met lege handen weg wil sturen,’
sprak hij, ‘geef ik jullie een stukje van het paradijs.’
Volgens sommigen was dat paradijs tienduizend jaar oud,
anderen achtten het ouder dan alle kruipende wezens onder de maan.

Eén ogenblik in het aards paradijs zou vast volstaan
om het zich een leven lang te herinneren, al brandden alle steden.

"Dit is het eerste gedicht uit een cyclus van 8 gedichten. Ik heb deze gedichten geschreven na een intensieve zwerftocht door Polen, Oekraine en Rusland. Ik wil ze nu graag opdragen aan de nagedachtenis van Anna Politkovskaja, de Russische journaliste die enkele weken geleden in Moskou is vermoord omdat ze het regime te veel bekritiseerde. Ik ben een boek over Rusland aan het schrijven(verschijnt begin 2008) en ik had haar heel graag ontmoet. Helaas kan dit nu niet meer. Daarom deze gedichten."


Johan de Boose
@

Met de rubriek 'PARLAN.DOC' wil Parlando! één Vlaamse dichter een maand lang speciale aandacht schenken. Elke week wordt minstens één bijdrage van hem verwacht.
Het PARLAN.DOC-archief is hiernaast na te gaan. De vorige gast Serge van Duijnhoven gaf de fakkel door aan Johan de Boose. Dit is zijn eerste bijdrage.