maandag, februari 09, 2009

PARLAN.DOC: Frédéric Leroy (1)

1. Niemand en het lied van vermiste kinderen


Dit huis is leger dan zijn lege kamers
want hier woont Niemand: iemand niet in staat
de ruimte te vullen. Overal stilte, hoe hard
er ook geroepen wordt. De trappen zijn
hoog maar komen nooit in de buurt van

de hemel. Het vlees van Niemand ruikt naar perzik
en smelt in de mond. Zomerfruit voor het rapen,
maar met een beetje zomer slechts verwarm je
geen winter. Niemand is vandaag negen
maar houdt er een eigen tijdrekening op na.

Niemand houdt stand. Niemand is niet bang
van duister, wel van het licht in de inkomsthal.
Niemand is zo bang van het geluid van stappen
dat hij liever niet beweegt. Hij ziet geen kwaad
in stil zijn, in stilte. In zwijgen. In stilletjes stil.


***


Een zonbeschenen plein. U heeft mij niet
begrepen. Nog eens: een zonbeschenen plein,
veel stof en voor wie het horen wil: een lied
dat zichzelf bezingt. Bomen. Geen fontein.

Dit is het plein, zonbeschenen en niet
voorzien van een fontein. Wel: het zingen
van vermiste kinderen. Maar dit is geen lied
dat in stilte ook de stilte kan bedwingen.

Ik besluit: een plein. Wijds en zonbeschenen,
veel stof en een onthutsend gebrek aan fontein.
Bomen. Dat wel. En kinderen die, verdwenen,
ontbeend, enkel het lied van een lied kunnen zijn.

Zo ook dit gedicht: een zonbeschenen plein,
het zingen en het zingend afwezig zijn.


Frédéric Leroy
@

Met de rubriek 'PARLAN.DOC' wil Parlando! één Vlaamse dichter(es) een maand lang speciale aandacht schenken. Elke week wordt minstens één bijdrage van hem/haar verwacht. Het PARLAN.DOC-archief is hiernaast na te gaan. Wouter Steyaert gaf het estafette-stokje door aan Frédéric Leroy. Dit is zijn eerste bijdrage.

Labels: