PARLAN.DOC: Kurt De Boodt (1)
Het nieuwe begin / De zondvloed
Liefste webboek,
Zaterdag Pascal Cornet over de vloer gehad. Voor een lang gesprek voor het juninummer van de Poëziekrant. Het was lang geleden – vijftien jaar? – dat ik PC had gezien. We werkten een jaar lang in hetzelfde beklemmende bureau in het Paleis voor Schone Kunsten. Ik als gewetensbezwaarde en ‘assistent van de redactie’, hij als (enige) vaste redacteur van het maandblad Kunst & Cultuur. Een oefening in elkaar fysiek en anderszins verdragen. We slaagden. Dat we merkelijk ouder zijn geworden, zie ik, als ik de deur opendoe. En dikker, repliceert de lachspiegel.
De naam Jeroen Brouwers valt. Ik houd van talige composities, hoor ik me zeggen, in de romankunst van genadeloze weefsels als die van Ivo Michiels (De alfa-cyclus), António Lobo Antunes (Fado Alexandrino) en Jeroen Brouwers (De zondvloed): “Een boek schrijven dat al mijn boeken samenvat, en waarin alles verwijst naar alles wat ik heb geschreven. Dat moet het boek zijn dat geen onderwerp heeft en dus ‘nergens over’ gaat. Het boek van de Dood.”
De zondvloed duikt later in het gesprek weer op. Brouwers koppelt het woord gebeuren aan geboren worden, verfrist PC mijn niet zo vaste geheugen. Ik voel een adrenalinespuit van herkenning. Herderhondsdolblij ben ik dat mijn gedichten die associatie losmaken. De zondvloed zit verdorie vertrekkensklaar in mijn koffer onbewoonde eiland-boeken. Exact twintig jaar oud is het magnum opus, ouder dan mijn jongere ik die het voor het eerst las. Was ik het vergeten? Of lagen de woorden bezonken in mijn achterhoofd? Hoe zat het alweer? Kleine Jeroen luistert naar Hans en Grietje. Als het verhaal uit is, voelt hij een bobbel in mama’s buik. Jaha, Jeroentje krijgt een nieuw broertje of zusje. Leuk hè? Hij verzinkt in mysteries.
“… En: wat wil dat zeggen, ‘geboren’? Zoveel taalgevoel bezit ik al wel dat ik weet dat het niets met ‘boren’ te maken kan hebben, want het verleden deelwoord van ‘boren’ is ‘geboord’, - niet zegt men: ‘Ik heb een gaatje geboren.’ ‘Geboren’ is het verleden deelwoord van een werkwoord dat onvervoegd niet bestaat. Het bestaat alleen in de voltooid verleden tijd en dan nog meestal met een ander werkwoord erbij: ‘worden’ – maar ‘worden’ drukt integendeel iets uit dat in de toekomst nog moet plaatsvinden, zoals in ‘groot en sterk worden’ of ‘ik word schrijver’. ‘Geboren worden’ is dus iets, - wat het dan ook is, - dat wordt aangeduid met een werkwoord dat het voltooid verledene aangeeft, dus iets dat al voorbij is, en een ander wekwoord dat naar de toekomst wijst, - terwijl beide werkwoorden samen iets uitdrukken dat in het heden plaatsvindt…
Het mysterie zit in de tijd en in de ruimte en in niet mindere mate in de taal.
Ik voel mij duizelig en slaperig worden van dit denken aan tijd en tijdeloosheid, die allebei uit verleden, heden en toekomst tegelijk bestaan, en waarmee ook mijn eigen aanwezigheid op aarde iets te maken heeft, al weet ik niet wat en weet ik niet hoe.
Al die mysteries waarover ik moet nadenken!
Heeft ‘geboren’ misschien te maken met ‘gebeuren’? Alles wat bestaat, gebeurt. Ook mysteries. Sedert ik ben geboren en dus besta, gebeur ik. Ik gebeur bijvoorbeeld doordat ik nadenk over woorden. De boze stiefmoeder geeft Sneeuwwitje een appel. Wat is een appel? Ik heb er nog nooit een gezien…”
*
‘Kiki’
http://www.kurtdeboodt.be/audio/3%20KIKI.mp3
*
“Maar waar gaat het allemaal over?” stelt de interviewer de onvermijdelijke vraag. “Hoe kunt u een boek schrijven waarin gebeurtenissen voorkomen waarvan u zegt dat die niet gebeuren.”
De dag voordien, tijdens de fotosessie met Kristof Ghyselinck aan en in de treinstations van Mechelen, kreeg ik de vraag ook al voorgeschoteld. Een rapper zag me poseren en vroeg zich af voor wat het, wie ik, hoe beroemd ik dan wel niet was. En waar mijn gedichten dan wel niet over gaan. Na een eeuwigheid waarin mijn tanden blingblingblinkten, balkte ik, om niet al te moeilijk te doen en met het eerste woord meteen indruk te maken, “revolutie”. Ik stotterde nog wat over “nieuw begin” en “nieuwe mens”, maar dat ging al helemaal verloren in het stationsrumoer. Onze rapper was al lang aan het reppen over discriminatie, mistoestanden, Chicago aan de Dijle. Zo, dichtertje, ga daar maar eens tegenaan staan.
Ik schraapte mijn keel, spoelde terug, lipte woorden en zag de mond van de rapper als een garagepoort openklappen. Zijn geklap galmde klagend na, singeltje dat overschakelt naar langspeelplaat, trager, traaaaooooger, traaaaooooeeeegst. “Mijn gedichten gaan over, wat zeg ik, ze zijn taal die gebeurt. Taal die geboren wordt en niet van ophouden wil weten. Mijn gedichten worden. Ze worden Het boek van het Leven en de Dood.”
Kurt De Boodt
@
Met de rubriek 'PARLAN.DOC' wil Parlando! één Vlaamse dichter(es) een maand lang speciale aandacht schenken. Elke week wordt minstens één bijdrage van hem/haar verwacht. Het PARLAN.DOC-archief is hiernaast na te gaan. Bart Janssen gaf het estafette-stokje door aan Kurt De Boodt. Dit is zijn eerste bijdrage.
Liefste webboek,
Zaterdag Pascal Cornet over de vloer gehad. Voor een lang gesprek voor het juninummer van de Poëziekrant. Het was lang geleden – vijftien jaar? – dat ik PC had gezien. We werkten een jaar lang in hetzelfde beklemmende bureau in het Paleis voor Schone Kunsten. Ik als gewetensbezwaarde en ‘assistent van de redactie’, hij als (enige) vaste redacteur van het maandblad Kunst & Cultuur. Een oefening in elkaar fysiek en anderszins verdragen. We slaagden. Dat we merkelijk ouder zijn geworden, zie ik, als ik de deur opendoe. En dikker, repliceert de lachspiegel.
De naam Jeroen Brouwers valt. Ik houd van talige composities, hoor ik me zeggen, in de romankunst van genadeloze weefsels als die van Ivo Michiels (De alfa-cyclus), António Lobo Antunes (Fado Alexandrino) en Jeroen Brouwers (De zondvloed): “Een boek schrijven dat al mijn boeken samenvat, en waarin alles verwijst naar alles wat ik heb geschreven. Dat moet het boek zijn dat geen onderwerp heeft en dus ‘nergens over’ gaat. Het boek van de Dood.”
De zondvloed duikt later in het gesprek weer op. Brouwers koppelt het woord gebeuren aan geboren worden, verfrist PC mijn niet zo vaste geheugen. Ik voel een adrenalinespuit van herkenning. Herderhondsdolblij ben ik dat mijn gedichten die associatie losmaken. De zondvloed zit verdorie vertrekkensklaar in mijn koffer onbewoonde eiland-boeken. Exact twintig jaar oud is het magnum opus, ouder dan mijn jongere ik die het voor het eerst las. Was ik het vergeten? Of lagen de woorden bezonken in mijn achterhoofd? Hoe zat het alweer? Kleine Jeroen luistert naar Hans en Grietje. Als het verhaal uit is, voelt hij een bobbel in mama’s buik. Jaha, Jeroentje krijgt een nieuw broertje of zusje. Leuk hè? Hij verzinkt in mysteries.
“… En: wat wil dat zeggen, ‘geboren’? Zoveel taalgevoel bezit ik al wel dat ik weet dat het niets met ‘boren’ te maken kan hebben, want het verleden deelwoord van ‘boren’ is ‘geboord’, - niet zegt men: ‘Ik heb een gaatje geboren.’ ‘Geboren’ is het verleden deelwoord van een werkwoord dat onvervoegd niet bestaat. Het bestaat alleen in de voltooid verleden tijd en dan nog meestal met een ander werkwoord erbij: ‘worden’ – maar ‘worden’ drukt integendeel iets uit dat in de toekomst nog moet plaatsvinden, zoals in ‘groot en sterk worden’ of ‘ik word schrijver’. ‘Geboren worden’ is dus iets, - wat het dan ook is, - dat wordt aangeduid met een werkwoord dat het voltooid verledene aangeeft, dus iets dat al voorbij is, en een ander wekwoord dat naar de toekomst wijst, - terwijl beide werkwoorden samen iets uitdrukken dat in het heden plaatsvindt…
Het mysterie zit in de tijd en in de ruimte en in niet mindere mate in de taal.
Ik voel mij duizelig en slaperig worden van dit denken aan tijd en tijdeloosheid, die allebei uit verleden, heden en toekomst tegelijk bestaan, en waarmee ook mijn eigen aanwezigheid op aarde iets te maken heeft, al weet ik niet wat en weet ik niet hoe.
Al die mysteries waarover ik moet nadenken!
Heeft ‘geboren’ misschien te maken met ‘gebeuren’? Alles wat bestaat, gebeurt. Ook mysteries. Sedert ik ben geboren en dus besta, gebeur ik. Ik gebeur bijvoorbeeld doordat ik nadenk over woorden. De boze stiefmoeder geeft Sneeuwwitje een appel. Wat is een appel? Ik heb er nog nooit een gezien…”
*
‘Kiki’
http://www.kurtdeboodt.be/audio/3%20KIKI.mp3
*
“Maar waar gaat het allemaal over?” stelt de interviewer de onvermijdelijke vraag. “Hoe kunt u een boek schrijven waarin gebeurtenissen voorkomen waarvan u zegt dat die niet gebeuren.”
De dag voordien, tijdens de fotosessie met Kristof Ghyselinck aan en in de treinstations van Mechelen, kreeg ik de vraag ook al voorgeschoteld. Een rapper zag me poseren en vroeg zich af voor wat het, wie ik, hoe beroemd ik dan wel niet was. En waar mijn gedichten dan wel niet over gaan. Na een eeuwigheid waarin mijn tanden blingblingblinkten, balkte ik, om niet al te moeilijk te doen en met het eerste woord meteen indruk te maken, “revolutie”. Ik stotterde nog wat over “nieuw begin” en “nieuwe mens”, maar dat ging al helemaal verloren in het stationsrumoer. Onze rapper was al lang aan het reppen over discriminatie, mistoestanden, Chicago aan de Dijle. Zo, dichtertje, ga daar maar eens tegenaan staan.
Ik schraapte mijn keel, spoelde terug, lipte woorden en zag de mond van de rapper als een garagepoort openklappen. Zijn geklap galmde klagend na, singeltje dat overschakelt naar langspeelplaat, trager, traaaaooooger, traaaaooooeeeegst. “Mijn gedichten gaan over, wat zeg ik, ze zijn taal die gebeurt. Taal die geboren wordt en niet van ophouden wil weten. Mijn gedichten worden. Ze worden Het boek van het Leven en de Dood.”
Kurt De Boodt
@
Met de rubriek 'PARLAN.DOC' wil Parlando! één Vlaamse dichter(es) een maand lang speciale aandacht schenken. Elke week wordt minstens één bijdrage van hem/haar verwacht. Het PARLAN.DOC-archief is hiernaast na te gaan. Bart Janssen gaf het estafette-stokje door aan Kurt De Boodt. Dit is zijn eerste bijdrage.
<< Home