zaterdag, september 29, 2007

PARLAN.DOC (24)

Over duiven, een laatste keer


Graag eindig ik mijn maand voor Parlando waar ik hem begonnen ben: bij de duiven. En bij het vertalen. Uit het Engels dit keer, en dat is een waagstuk, want ik doe het anders alleen maar uit het Frans en het Duits. Maar net als het Frans heeft ook het Engels behoorlijk wat ‘makkelijke’ eindrijmmogelijkheden, die het Nederlands veel minder heeft. En dus ben ik de uitdaging aangegaan om dit gedicht, dat van het beeld van twee duiven uitgaat, net zo rijmend om te zetten. Tot mijn vreugde zitten er zelfs méér eindrijmen in dan in het origineel. Dat hoeft natuurlijk niet, maar het was wel mooi meegenomen, want daardoor kon ik een paar andere klankrijmen in het Engelse gedicht compenseren. Zo gaat dat met vertalers: ze maken er een spel van.

Het gedicht had beslist op honderden andere manieren vertaald kunnen worden, maar dit is het (voorlopig) geworden. U mag zelf vergelijken. Eén ding moet ik erbij zeggen: ik heb aan de dichter gevraagd wanneer hij het gedicht geschreven had, want dat stond er niet bij. Kwestie van dat August of ninety-three toch minstens door middel van ‘jaar’ een bijna-eindrijm te geven. ‘Dertien jaar’, had ik op goed geluk geschreven, omdat het qua ritme goed zat. Het had ook veertien kunnen zijn, maar geen twaalf of zeventien, het aantal lettergrepen zou niet geklopt hebben. Hij antwoordde me dat het hem totaal om het even was, als het gedicht in het Nederlands maar muziek had. Zo ziet u: de dichter en de vertaler waren het roerend eens over het allerbelangrijkste.



Eenheid


De twee koerende duiven

op die tak voor mijn raam

de boomtoppen die wuiven

net onder de volle maan

de koude lucht, stromende regen

Vivaldi’s vier seizoenen

da Vinci’s laatste avondmaal


In Corsier Port: de plataan

met op zijn stam mijn naam

deze zomer nu al dertien jaar

de krioelende rattenkolonie

de oom die in de rivier had gelegen

tot men hem vond op twee januari:

dat ben ik, ben ik allemaal.


Unity


The two pigeons cooing

on that branch outside my window

the full moon skimming

the top of the trees

the cold air, the pouring rain

the Four Seasons of Vivaldi

the Last Supper of da Vinci.


In Corsier Port: the plane tree

I carved my name on

in August of ninety-three

the teeming rat colony

the uncle found dead in the river

on the second of January:

all me, all part of me.



Zeki Ergas, PEN Centre Suisse Romande, member of the Geneva Writers Group and of the Société Genevoise des Ecrivains


(gepubliceerd in Ex Tempore, An International Literary Journal, Society of Writers, United Nations, Geneva (Vol XIII, December 2002)

Hilde Keteleer
@

Met de rubriek 'PARLAN.DOC' wil Parlando! één Vlaamse dichter(es) een maand lang speciale aandacht schenken. Elke week wordt minstens één bijdrage van hem/haar verwacht. Het PARLAN.DOC-archief is hiernaast na te gaan. Bart Stouten gaf het estafette-stokje door aan Hilde Keteleer. Dit is haar laatste bijdrage.

Labels: