dinsdag, september 18, 2007

PARLAN.DOC (24)

Een echtelijke nacht in Echternach
Over associaties


In een vorige bijdrage had ik het over de duiven, die zo’n andere beelden veroorzaken in de hoofden naargelang de naam die ze krijgen: colombes of pigeons, doves of pigeons, witte duiven of grijze duiven...

Dat associaties ook met toeval te maken hebben, moet ik daar nog aan toevoegen. Dat een woord (of een zin, een woordgroep,...) een andere betekenis krijgt naargelang de omgeving waarin je het hoort, naargelang de context, naargelang wat er op dat moment in je leven gebeurt, naargelang je ervaringen.

Vrijdag 7 september, 13.47 u. Ik zit in de auto en Radio 1 staat op. Opeens vang ik een paar gezongen woorden op: ‘I’m looking for the face I had before the world was made...’ Hé, dat is het motto van een gedicht dat ik een paar jaar geleden geschreven heb en dat in Deuren gepubliceerd werd. Dat was toch Yeats?
De vrouwenstem herhaalt de regels een paar keer, ik word ontroerd – door haar stem, of door de woorden?
Ik zet de radio wat luider om de afkondiging te horen. Ja hoor, Carla Bruni zong Yeats.

Ik herinner me mijn gedicht nog haast letterlijk, wat met de meeste gedichten niet het geval is:

HEDEN

Een tepelhof die tijdloos smaakt, hoe zouden
je lippen die willen? In zwart-wit, in kleur?

Ik strek een buik van louter gave
gladde spieren op een aarde
waarvan de sneeuw gesmolten is.

Je mag je ogen gebruiken voor die ene lijn
van hals tot helemaal verdwalen.

Doe je handen op je rug, laat ze rusten
uit al hun poriën tot de tijd er is

en in plooien valt om vroegere geslachten
heen – en wederkeer een zaak
van zuivere gedachten wordt.

Een schuld valt af, een schande
vindt een schoot en een natte
vacht wordt uitgeschud.

Je mag je handen gebruiken:
raak mijn gezicht aan, nu.

...

Na het lied komt een vrouw die over de huwelijksreis van haar moeder vertelt. Mijn ontroering houdt aan als ze uitlegt hoe haar vader naar Zwitserland wilde, maar de moeder absoluut naar Echternach, omdat het een woord vol belofte was: het deed haar denken aan echtelijke nacht. Iedereen is een dichter. Het verhaal gaat verder: in een kletsende regen zoeken ze naar het pensionnetje waar ze hun huwelijksnacht zullen doorbrengen, de moeder met haar witte satijnen trouwschoentjes verzopen in haar handen... De rest hoor ik niet meer, maar het verhaal van Echternach blijft me de hele dag bij. Thuis geef ik op google de versregels in, want ik wil het hele gedicht van Yeats terugvinden, en ik beland op een Franse site, waar een fascinerende zoektocht naar diezelfde regels beschreven wordt. Een zekere Jean-Pierre Vélicitat zette op 29 november 2003 op een blog waarom hij als jonge man zo door die regels aangetrokken werd (u kunt het nalezen op http://41cness.free.fr); “I’m looking for the face I had Before the world was made. Je cherche le visage que j’avais Avant que le monde ne soit fait. Dès lors je voulus tout faire pour connaître cette poésie dont j’ignorais le nom, comme l’on ferait pour une femme inconnue qui a souri avant de se perdre dans la foule. Cependant, c’était une image de moi que je reconnaissais dans ces vers.”
Ja, ook bij mij was het zo gegaan: een beeld van mezelf dat ik herkende, zonder te weten wat de woorden van Yeats betekenden in de context van het gedicht. Ik had mijn eigen context gecreëerd.
Ergens in de lange beschrijving van zijn zoektocht naar de betekenis van de versregels schrijft Vélicitat:
“Avant que le monde ne soit fait. Qu’est donc cette chose, limite originaire, sinon le désir ? Un visage sans image parce que sans limites, celui du désir de l’autre afin que le monde soit.”
Le désir, het verlangen, inderdaad, het zuivere verlangen, daar gaat mijn gedicht ook over. Dat zie ik nu pas.
Yeats, Echternach, doorweekte witte trouwschoenen, witte duiven... Een nieuw gedicht ligt op de loer, dat misschien ooit in een andere bundel zal verschijnen. Het zal er gekomen zijn door het toeval dat Radio 1 opstond toen ik in de auto zat.

Hilde Keteleer
@

Met de rubriek 'PARLAN.DOC' wil Parlando! één Vlaamse dichter(es) een maand lang speciale aandacht schenken. Elke week wordt minstens één bijdrage van hem/haar verwacht. Het PARLAN.DOC-archief is hiernaast na te gaan. Bart Stouten gaf het estafette-stokje door aan Hilde Keteleer. Dit is haar derde bijdrage.

Labels: