zondag, december 10, 2006

PARLAN.DOC (16)

Omdat er zoveel haantjes in de literaire ren rondlopen, moeten vrouwelijke dichters er als de kippen bij zijn om een graantje mee te pikken…


Vrouwelijke artiesten hoeven geen extra schouderklopje omdat ze vrouw zijn. Maar omdàt ze het zijn belanden ze vaak in het hoekje van de minderheden waar ook marginale literaire genres en bedreigde diersoorten thuishoren. Als compensatie voor dit weinig benijdenswaardig statuut krijgen deze minderheden hun dag: een gedichtendag, een vrouwendag…. Met een nationale en een internationale vrouwendag pikken vrouwen zelfs twee van de driehonderd vijfenzestig (mannen)dagen in.
Waarom daar nog een eigen bloemlezing bovenop? Daar zijn twee heel goede redenen voor.
Vrouwelijke dichters komen minder aan de bak. Niet zelden zetten organisatoren van literaire manifestaties alleen mannelijke dichters op het programma. Waardoor deze heren van de Nederlandse poëzie zich bijzonder uitverkoren gaan voelen. En hun namen nog meer literair stof doen opwaaien. En ze opnieuw gesolliciteerd worden…
Om een manifestatie een vrouwelijke toets te geven mag er af en toe een ‘dichteres’ voor het voetlicht treden. Kijk er de programma’s van de poëziemanifestaties van de afgelopen vijf jaar maar op na. Uit onderzoek aan de Gentse universiteit (Sigried Lievens, Marysa Demoor, Frieda Saeys, Cherchez la femme: vrouwen en schrijverschap in Vlaanderen, Centrum voor Genderstudies- UGent, Academia Press, Gent, 2004) blijkt dat vrouwelijke auteurs ook minder gevraagd worden voor het serieuze werk: buitenlandse tournees, belangrijke lezingen, grote interviews en als gespreksmoderator. ‘Schrijfsters menen bovendien dat ze niet enkel minder aan bod komen in de pers, maar dat ze tevens op een andere manier worden geïnterviewd en gerecenseerd.’( p. 116) zegt onderzoekster Sigried Lievens. Lievens werpt de steen niet naar ‘de man’, maar zoekt een verklaring in het – ook door vrouwen! – in stand gehouden klassieke rollenpatroon. Vrouwelijke schrijvers gedragen zich bescheiden en huiselijk terwijl hun mannelijke collega’s ambitieus en commercieel ingesteld zijn. Bij de jongste generatie schrijfsters merkt Lievens een kentering op omdat deze generatie ‘blijk geeft van eenzelfde eerzucht en zelfzekerheid als hun mannelijke collega’s.’ (p. 122)
Dat is meteen de tweede reden waarom deze bloemlezing er zijn mag. Er is een nieuwe generatie van vrouwelijke dichters aangetreden en de vrouwelijke poëzieproductie van de laatste zestig jaar is indrukwekkend, zowel qua kwantiteit als qua kwaliteit.

uit: de inleiding tot de bloemlezing Nooit te vangen met haar eigen pen. De vrouwelijke stem in de Nederlandse poëzie in 200 gedichten, Poëziecentrum, Gent, 2005

Lut de Block
@

Met de rubriek 'PARLAN.DOC' wil Parlando! één Vlaamse dichter een maand lang speciale aandacht schenken. Elke week wordt minstens één bijdrage van hem verwacht.
Het PARLAN.DOC-archief is hiernaast na te gaan. De vorige gast Johan de Boose gaf de fakkel door aan Lut de Block. Dit is haar derde week.

Labels: