woensdag, juli 12, 2006

PARLAN.DOC (12)

1. Rite de passage


Dag lezer, deze maand bestaat dit weblog twee jaar, een hele prestatie van de redactie. Ik zal eens kijken of ik dankzij de gastvrijheid hier het webloggen een maand volhoud, leest u mee? Deze week schrijf ik met het enthousiasme van de start elke dag wat.


Vandaag over beginnen met poëzie, drie stukjes tekst waarin het plotse, het hevige en het dubbele van een begin herkenbaar zijn. Eerst drie regels uit het gedicht Facture Baroque van Paul van Ostaijen:


‘soms slaat het verlangen der mensen zo hoog uit
dat zij takelen de nederige boot
en ter zee gaan’


In mijn zwervende lectuur deze week, kwam ik voorbij nog twee stukjes tekst die dit dubbele gevoel (verlangen en een aanvoelen van kleinte) vanuit geheel verschillende hoeken duiden. Ze werden geschreven als levenswijsheid, maar ze lijken me ook op het lezen en schrijven van toepassing. Eentje las ik in een boek met chassidische wijsheid. Met het eerste deeltje van de wijsheid is het moeilijk instemmen, maar symbolisch gelezen geeft het een gevoel van begin en vrijheid mee:


‘Twee zakken


Rabbi Bunam sprak tot zijn leerlingen: ‘Ieder van jullie moet twee zakken hebben om naar behoefte in de ene of in de andere te kunnen tasten: in de rechter ligt het woord: ‘Om mijnentwille is de wereld geschapen’, en in de linker: ‘Ik ben stof en as.’’ (Chassidische vertellingen, Martin Buber, Kosmos Z & K, 1965, 2006. (de eerste wijsheid komt uit de Talmoed (Sanhedrin 37) en de tweede uit Genesis, 18:27)


Een ander stukje geeft de slotwoorden van de Kritiek van de praktische rede van Kant (wiens werk ik alleen uit beschrijvende bronnen een beetje ken). In dit stukje komt het besef van eigen kleinte eerst: ‘Twee dingen vervullen het hart telkens met weer nieuwe en toenemende bewondering en eerbied, hoe vaker en langer we daarover nadenken: de hemel vol sterren boven mij en de morele wet in mij. (…) De aanblik van het eerste vernietigt als het ware mijn belangrijkheid, als een dierlijk wezen, dat de stof waaruit het voortgekomen is, weer terug moet geven aan de planeet (slechts een stipje in het heelal), nadat het een korte tijd (men weet niet hoe) van levenskracht voorzien was. Het tweede echter verhoogt mijn waarde als een begrijpend wezen, oneindig door mijn persoonlijkheid, waarin zich een morele wet openbaart, die van de dierenwereld en zelfs van de hele zintuiglijke wereld onafhankelijk is’ (in Jos de Mul, De domesticatie van het noodlot, Klement, Pelckmans, 2006 , p. 133).


Beginnen met poëzie schrijven (en lezen) voelt zoals het verlangen in de dichtregels van Van Ostaijen. Als het op onjonge leeftijd van de ene dag op de andere begint, heeft het veel van wakker worden op een ongekende plek, ver van alles wat vertrouwd is. Het grote voordeel van zo’n plots begin is dat je van daaruit opnieuw kan en moet vertrekken, met letterlijk alles. Het geeft naast heel veel twijfel aan eigen mogen en kunnen ook levenslust en schrijfzin. De zintuigen en daardoor ook het denken en voelen, lijken opnieuw geboren. Er ontstaat een dubbel aanvoelen dat voortkomt uit het genot van de hergeboorte en het verhevigde besef van de eigen kleinheid.


Morgen, een kijkje in de schrijf- en leeslaag ‘verhaal’, en een gedicht.


Herlinda Vekemans
@


Met de rubriek 'PARLAN.DOC' wil Parlando! één Vlaamse dichter een maand lang speciale aandacht schenken. Elke week wordt minstens één bijdrage van hem verwacht.
Het PARLAN.DOC-archief is hiernaast na te gaan. De vorige gast Alain Delmotte gaf de fakkel door aan Herlinda Vekemans. Dit is haar eerste week.